openSUSE 12.3 Uitgavenotities

Version: 12.3.6 (2013-03-13)

Copyright © 2013 Novell, Inc.

Het is toegestaan om dit document te kopiëren, verspreiden en/of te wijzigen onder de voorwaarden van de GNU Free Documentation License, versie 1.2 of een latere versie, gepubliceerd door de Free Software Foundation, zonder invariante secties en zonder omslagteksten, zowel voor- als achterzijde. Een kopie van de licentie is bijgevoegd in het bestand fdl.txt.


1. Diversen
2. Installatie
2.1. Voor gedetailleerde informatie over installeren
2.2. Geen netwerk na installatie
3. Algemeen
3.1. openSUSE documentatie
3.2. UEFI—Unified Extensible Firmware Interface
3.3. Veilig opstarten (secure boot) ingeschakeld in YaST is niet standaard ingeschakeld in de modus veilig opstarten
3.4. Verkeerde bootloader bij installeren vanaf een Live medium in een UEFI-omgeving
3.5. openSUSE 12.3 medium kan mogelijk niet opstarten op toekomstige hardware met beveiligd opstarten
3.6. Versleutelde LVM in UEFI-modus heeft een /boot partitie nodig
4. Systeemopwaardering
4.1. systemd: Activering van NetworkManager met een aliaskoppeling network.service
4.2. Variabele SYSLOG_DAEMON verwijderd
5. Technisch
5.1. Het grafische systeem initialiseren met KMS (Kernel Mode Setting)
5.2. systemd: Opschonen van mappen (/tmp and /var/tmp)
5.3. Postfix instellen
5.4. GNOME: Workaround om Shift of Ctrl+Shift als sneltoetsen in te stellen voor selectie van de invoerbron

Als u opwaardeert van een oudere versie naar deze uitgave van openSUSE, kijk dan naar de vorige uitgavenotities hier: http://nl.opensuse.org/openSUSE:Release_Notes

Deze uitgavenotities beslaan de volgende gebieden:

1. Diversen

N.v.t.

2. Installatie

2.1. Voor gedetailleerde informatie over installeren

Voor gedetailleerde informatie over installeren, zie Paragraaf 3.1, “openSUSE documentatie”.

2.2. Geen netwerk na installatie

Direct na installatie start NetworkManager niet automatisch en dus kan WiFi niet ingesteld worden. Om het netwerk (WiFi) in te schakelen, start u de machine een keer handmatig.

3. Algemeen

3.1. openSUSE documentatie

  • In Start-Up vindt u stap-bij-stap installatie-instructies, evenals introducties in de KDE- en Gnome-bureaubladen en de LibreOffice suite. Ook onderwerpen over basis beheertaken, zoals gebruik en softwarebeheer en een introductie in het gebruik van de bash-shell.

  • De Referentie-handleiding dekt in detail beheer en systeemconfiguratie en legt uit hoe verschillende netwerkdiensten ingesteld kunnen worden.

  • De Beveiligingshandleiding introduceert basisconcepten voor systeembeveiliging, die zowel lokale als beveiligingsaspecten in het netwerk dekt.

  • De handleiding voor systeemanalyses en afregelen (System Analysis and Tuning Guide) helpt bij het vinden en oplossen van problemen en met optimalisatie.

  • Virtualisatie met KVM biedt een introductie in het opzetten en beheren van virtualisatie met de hulpmiddelen KVM, libvirt en QEMU.

De documentatie is te vinden in /usr/share/doc/manual/opensuse-manuals_$LANG na installatie van het pakket opensuse-manuals_$LANG of online op http://doc.opensuse.org.

3.2. UEFI—Unified Extensible Firmware Interface

Prior to installing openSUSE on a system that boots using UEFI (Unified Extensible Firmware Interface) you are urgently advised to check for any firmware updates the hardware vendor recommends and, if available, to install such an update. A pre-installed Windows 8 is a strong indication that your system boots using UEFI.

Achtergrond: Sommige UEFI firmware bevat bugs die er de oorzaak van is dat het niet werkt als er te veel gegevens naar het UEFI-opslaggebied weggeschreven zijn. Niemand weet echter echt hoeveel "te veel" is. openSUSE minimaliseert het risico door niet meer weg te schrijven dan het noodzakelijke minimum nodig om het OS op te starten. Het minimum betekent het aan de UEFI firmware vertellen van de locatie van de openSUSE bootloader. Bovenstroomse functies van de Linux-kernel die het UEFI-opslaggebied gebruikt voor opslag van opstart- and crashinformatie (pstore) zijn standaard uitgeschakeld. Niettemin is het aanbevolen om elke update van firmware, die de maker van de hardware aanbeveelt, uit te voeren.

3.3. Veilig opstarten (secure boot) ingeschakeld in YaST is niet standaard ingeschakeld in de modus veilig opstarten

Dit is alleen van belang bij machines in UEFI-modus met veilig opstarten ingeschakeld.

YaST does not automatically detect if the machine has secure boot enabled and will therefore install an unsigned bootloader by default. But the unsigned bootloader will not be accepted by the firmware. To have a signed bootloader installed the option "Enable Secure Boot" has to be manually enabled.

3.4. Verkeerde bootloader bij installeren vanaf een Live medium in een UEFI-omgeving

Dit is alleen van belang bij machines in UEFI-modus.

Bij gebruik van het installatieprogramma op het live medium, detecteert YaST de UEFI-modus niet en daarom wordt de oude bootloader geïnstalleerd. Dit resulteert in een niet op te starten systeem. De bootloader moet handmatig omgeschakeld worden van grub2 naar grub2-efi.

3.5. openSUSE 12.3 medium kan mogelijk niet opstarten op toekomstige hardware met beveiligd opstarten

Dit is alleen van belang bij machines in UEFI-modus.

Onze dubbel ondertekende shim op het openSUSE 12.3 medium kan geweigerd worden door toekomstige firmware.

Als het openSUSE 12.3 medium niet opstart op toekomstige hardware met ingeschakeld veilig opstarten, schakel dit dan tijdelijk uit, installeer openSUSE en pas alle elementen voor online bijwerken toe om een bijgewerkte shim te krijgen.

Na installatie van alle elementen voor bijwerken kan veilig opstarten weer ingeschakeld worden.

3.6. Versleutelde LVM in UEFI-modus heeft een /boot partitie nodig

Dit is alleen van belang bij installaties in UEFI-modus.

In het partitie voorstel bij activeren van de optie om LVM te gebruiken (wat vereist is voor volledige versleuteling van de schijf) maakt YaST geen separate /boot partitie aan. Dat betekent dat de kernel en initrd zich (mogelijk versleuteld) in een LVM container bevinden, niet toegankelijk voor de bootloader. Om volledige versleuteling van de schijf te krijgen bij gebruik van UEFI, moet de partitionering handmatig worden gedaan.

4. Systeemopwaardering

4.1. systemd: Activering van NetworkManager met een aliaskoppeling network.service

Standaard gebruikt u de dialoog voor netwerkinstellingen van YaST (yast2 network) om NetworkManager te activeren. Als u NetworkManager wilt activeren, ga dan als volgt te werk.

De variabele NETWORKMANAGER in sysconfig in /etc/sysconfig/network/config om NetworkManager te activeren is vervangen door een aliaskoppeling van systemd network.service, die gemaakt zal worden met de opdracht

systemctl enable  NetworkManager.service

. Het maakt een aliaskoppeling network.service die wijst naar NetworkManager.service en dus het script /etc/init.d/network deactiveert. De opdracht

systemctl -p Id show network.service

stelt u in staat na te gaan wat de nu geselecteerde netwerkservice is.

Om NetworkManager in te schakelen gebruikt u:

  • Stop eerst de actieve service:

    systemctl     is-active network.service && \
     systemctl     stop      network.service
  • Schakel de NetworkManager-service in:

    systemctl --force        enable NetworkManager.service
  • Start de NetworkManager-service (via de aliaskoppeling):

    systemctl     start     network.service

Om NetworkManager uit te schakelen gebruikt u:

  • Stop de actieve service:

    systemctl     is-active network.service && \
    systemctl     stop      network.service
  • Schakel de NetworkManager-service uit:

    systemctl disable NetworkManager.service
  • Start de service /etc/init.d/network met:

    systemctl     start  network.service

Om na te gaan wat de nu geselecteerde service is, gebruikt u:

systemctl -p Id show     network.service

Het geeft terug "Id=NetworkManager.service" als de NetworkManager-service is ingeschakeld, anders "Id=network.service" en /etc/init.d/network werkt als de netwerkservice.

4.2. Variabele SYSLOG_DAEMON verwijderd

De variabele SYSLOG_DAEMON is verwijderd. Eerder werd het gebruikt om de syslog-daemon te selecteren. Vanaf openSUSE 12.3 kan er op een bepaald moment slechts één implementatie van syslog geïnstalleerd worden en deze zal automatisch voor gebruik geselecteerd worden.

Voor details, zie de manpagina syslog(8).

5. Technisch

5.1. Het grafische systeem initialiseren met KMS (Kernel Mode Setting)

Met openSUSE 11.3 schakelden we om naar KMS (Kernel Mode Setting) voor Intel, ATI en NVIDIA grafische systemen, wat nu onze standaard is. Als u problemen tegen komt met de ondersteuning van het KMS apparaatstuurprogramma (intel, radeon, nouveau), schakel KMS dan uit door nomodeset toe te voegen aan de commandoregel van de kernel boot. Om dit permanent, met Grub 2, de standaard bootloader, in te stellen, voeg het toe aan de regel voor standaard laad-opties voor de kernel met GRUB_CMDLINE_LINUX_DEFAULT in het tekstbestand /etc/default/grub als root en in een terminal de volgende opdracht uit

sudo /usr/sbin/grub2-mkconfig --output=/boot/grub2/grub.cfg

om de wijzigingen te effectueren. Voeg het anders voor de oude Grub, als root, toe aan de opdrachtregel in /boot/grub/menu.lst. Deze optie verzekert dat de juiste kernelmodule (intel, radeon, nouveau) wordt geladen met modeset=0 in initrd, d.w.z.als KMS is uitgeschakeld.

In zeldzame gevallen, bij het laden van de DRM-module uit initrd, is er een algemeen probleem, niet gerelateerd aan KMS. Het is zelfs mogelijk om het laden van de DRM-module volledig uit te schakelen in initrd. Stel hiervoor de NO_KMS_IN_INITRD sysconfig-variabele in op yes via YaST, die dan later initrd opnieuw aanmaakt. Herstart uw machine.

Op Intel zonder KMS valt de X-server terug op het stuurprogramma fbdev (het intel stuurprogramma ondersteunt alleen KMS); als alternatief is er voor oudere GPU's van Intel het stuurprogramma "intellegacy" (xorg-x11-driver-video-intel-legacy pakket) beschikbaar, dat nog steeds UMS (User Mode Settings) ondersteunt. Om het te gebruiken bewerkt u /etc/X11/xorg.conf.d/50-device.conf en wijzigt u het stuurprogramma item in intellegacy.

Op ATI voor de huidige GPU's valt het stuurprogramma terug op radeonhd. Op NVIDIA zonder KMS wordt het stuurprogramma nv gebruikt (het stuurprogramma nouveau ondersteunt alleen KMS). Opmerking: nieuwere ATI en NVIDIA GPU's vallen terug op fbdev, als u de kernel-boot-parameter nomodeset specificeert.

5.2. systemd: Opschonen van mappen (/tmp and /var/tmp)

Standaard schoont systemd de tmp-mappen dagelijks op zoals is ingesteld in /usr/lib/tmpfiles.d/tmp.conf. Gebruikers kunnen het wijzigen door /usr/lib/tmpfiles.d/tmp.conf te kopiëren naar /etc/tmpfiles.d/tmp.conf en het gekopieerde bestand te wijzigen. Het gaat boven /usr/lib/tmpfiles.d/tmp.conf.

Opmerking: systemd houdt geen rekening met verouderde sysconfig-variabelen in /etc/sysconfig/cron zoals TMP_DIRS_TO_CLEAR.

5.3. Postfix instellen

Het bestand SuSEconfig.postfix is hernoemd tot /usr/sbin/config.postfix. Als u sysconfig variabelen instelt in /etc/sysconfig/postfix of /etc/sysconfig/mail, dan moet u handmatig als root /usr/sbin/config.postfix uitvoeren.

5.4. GNOME: Workaround om Shift of Ctrl+Shift als sneltoetsen in te stellen voor selectie van de invoerbron

Gebruik in Gnome 3.6 de volgende workaround om Shift of Ctrl+Shift als sneltoetsen in te stellen voor selectie van invoerbron:

  1. Installeer gnome-tweak-tool.

  2. Start gnome-tweak-tool ('Activiteiten'>'geavanceerde instellingen').

  3. Via het linker menu, selecteer 'Typen', in het rechter venster, wijzig de instellingen.

Dit wordt ook gevolgd in het upstream bugrapport https://bugzilla.gnome.org/show_bug.cgi?id=689839.